Actinea aquina (Linnaeus, 1758) Paardenanemoon
| Kenmerken | Gladde zuil met eromheen tot 200 korte tentakels. Onder de tentakelkrans een rij fel blauwe blaasjes. |
|---|---|
| Kleur | Bruinachtig, allerlei soorten oranje en rode tinten. |
| Voorkomen | Oosterschelde, hoog in de getijdenzone. |
| Voedsel | |
| Voortplanting | |
| Grootte | Doorsnede tot 6 cm. Hoogte tot 6 cm. |
Paardenanemonen kunnen goed tegen droogvallen. Ze hebben de tentakelkrans dan ingetrokken en lijken op een kloddertje gelei.

